Wanneer twee jonge architecten de opdracht krijgen een historisch pand aan de Seine te transformeren tot kunstzinnig familiehuis, wegen ze hun keuzes behoedzaam af. Door een paar bescheiden veranderingen slagen ze erin de villa geraffineerd een complete make-over te geven.
De eigenaren, een Amerikaans stel uit New York, hadden de villa op afstand gekocht. “Het was tijdens de pandemie, een periode dus waarin reizen bijna onmogelijk was. Maar ze hadden geen betere keus kunnen maken. Het is een juweel van een pand, vrijstaand met een weelderige tuin, in Neuilly sur Seine - een chique voorstad van Parijs, pal naast het Bois de Boulogne park.” Aan het woord is Noa Peer, samen met Flore Raimbault de vrouw achter het hoofdstedelijke architectenbureau Oui. Bekenden van het Amerikaanse echtpaar hadden hoog opgegeven over het ontwerpersduo, over hoe blij ze waren met de transformatie van hun eigen huis, een project dat de dames een paar maanden eerder hadden opgeleverd. “In dit geval was er echter sprake van een haastklus. De opdrachtgevers zouden over zes maanden naar Parijs emigreren, samen met hun opgroeiende kinderen, en wilden in een kant- en klaar huis arriveren. Ook hadden ze een grote collectie kunst, die ze bij aankomst aan de wanden wilden zien hangen plus een aanzienlijk aantal meubels die ze graag terugzagen in hun nieuwe interieur.”
Het werd een intensieve samenwerking, aldus Noa, waarbij dagelijks werd gebeld, geappt en gemaild om te zorgen ‘dat alle neuzen dezelfde kant op stonden’. Gelukkig, voegt ze lachend toe, bleek de Amerikaanse cliënte een uitmuntende smaak te hebben, iets wat de enorme opgave vereenvoudigde. Ze heeft zelf een creatief vak en is verfijnd en artistiek in haar keuzes. Dat zorgde ervoor dat beslissingen, ook baanbrekende, in relatief korte tijd genomen konden worden.”
Zo ontvingen de architecten een catalogus met foto’s en omschrijvingen van de complete kunstcollectie die per ommegaande naar de villa verscheept zou worden. Een boekwerk met een korte omschrijving van elk kunstwerk (omvang, materiaal, auteur, galerie) en een met geel gemarkeerde propositie voor de verschillende kamers.
Verrassende details
Het pand is een typische Art Deco-villa uit de jaren dertig van de vorige eeuw, intern prachtig gedecoreerd met tal van originele elementen. Noa: ‘De villa was in goede staat, met ruime kamers, stuk voor stuk opgesierd met verrassende details. Zo was de eetkamer niet alleen voorzien van een schitterende, eikenhouten lambrisering en marmeren schoorsteenmantel - ook het plafond bleek verrijkt met een romantisch wolkentafereel, omlijst door een ovaal van elegant, zwart-wit stucwerk.” De ruime woonkamer, met erker, plafondhoge ramen en ingebouwde boekenkasten, was opgeluisterd met wederom zwart-wit gekleurde pilaren. Noa: “Het was een klassiek voorbeeld van een voor- en achterkamer, visueel ‘opgesplitst’ door middel van lage muurtjes en twee imposante zuilen. De vorige bewoners hadden slechts één gedeelte als zitkamer gebruikt en de chambre en suite geen echte functie gegeven. Wij besloten het oorspronkelijke idee achter het ontwerp te herstellen en creëerden twee aparte zitruimtes met verschillende meubelstijlen.” De entree van het huis was tevens sierlijk, met een zwart-wit geruite tegelvloer, een boogvormige nis en een glooiend plafond. “Ook hier was het originele ontwerp elegant, maar doordat alles melkwit geverfd was kwam het geheel maar weinig tot zijn recht.” Door de lambrisering van een oudroze kleur te voorzien en de plinten bordeauxrood te verven gaven Noa en Flore de hal iets theatraals, om zo de fuwelen bank van de eigenaren mooi uit te laten komen. “Nog los van het gebrek aan tijd waren structurele veranderingen niet noodzakelijk, dus we hebben ons geconcentreerd op het accentueren en fraaier maken van de bestaande ornamenten.”
Palmenwoud
De villa, bestaande uit twee verdiepingen met een gezamenlijk oppervlakte van een slordige zeshonderdvierkante meter, herbergde nog een schat - iets waar Noa en Flore vrijwel niets aan hoefden, of beter, niets aan wilden veranderen. Noa: “Bij de eerste bezichtiging van dit pand waren er verschillende dingen die me troffen. Het prachtige mozaïek onder de dakrand, dat me deed denken aan Le Louxor - de oudste bioscoop van Parijs, de enorme houten trap in het hart van het huis, die het afdalen en bestijgen tot iets grandioos’ maakt, en de originele master-badkamer op de eerste verdieping.” Die ruimte had niet misstaan in een film over het decadente Hollywood van de jaren twintig en is een meesterlijke hommage aan de architectuur uit die periode. “Een oogverblindend vertrek met een woud aan geschilderde palmen langs wand en plafond, een terrazzovloer en een centraal gepositioneerd bad. Het enige wat we veranderd hebben zijn de deurtjes van de twee douchecabines, die zijn nu van gezandstraald glas dat langzaam, ongeveer op schouderhoogte, transparant wordt.”
Thuis voelen
De hoofdslaapkamer was er met ‘een ouderwets, Egyptisch aandoend behang’ slechter aan toe en had een grotere ingreep nodig om de Amerikanen zich er thuis te doen voelen. Hier kozen de architecten, in samenspraak met de cliënten, voor een abstract, handbeschilderd behang van het merk Porter Teleo, een bedrijf uit Kansas City dat ook verantwoordelijk is voor het blauw gespikkelde behang in het trappenhuis. “Als kleurreferentie hebben we de bank en het vloerkleed, reeds in bezit van de opdrachtgevers, gebruikt. We hebben de teint van zowel het behang als de kamerbrede hoofdsteun van het bed erop afgestemd.”
Op de dag van de oplevering was de verf in de keuken nog nat en stonden Noa en Flore op de valreep een kunstwerk van Myles Bennett te monteren, een bijzonder weefsel waarvan de cliënte aangegeven had het in haar slaapkamer terug te willen zien. Lachend: “We hadden nét de laatste spijker in de muur geslagen toen de bel ging.”
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.