Hoewel ze ooit koos voor een opleiding in de mode kon Julie Haverkamp het tekenen en schilderen niet loslaten. Zo ontdekte ze dat kunst haar échte passie is.
Je bent nog jong en timmert behoorlijk aan de weg...
‘Dat klopt wel, ik ben 27 en verkoop mijn werken nu een jaar of vier. Dat gaat goed. Zo goed dat ik ervan kan leven en de huur van mijn atelier aan de Singel in Amsterdam kan betalen. Dat is wel iets om trots op te zijn. Het geeft ook energie om door te gaan.’
Hoe ben je tot dit punt gekomen? Wat is jouw verhaal?
‘Ik kom uit een heel creatieve familie. Mijn beide opa’s waren architecten en mijn vader deed veel bouwprojecten. Ik ben opgegroeid in een omgeving waarin kunst, architectuur en mode heel vanzelfsprekend waren. Als kind was ik al dol op tekenen en schilderen. Daar word ik rustig van. Dat is nooit veranderd.’
Toch besloot je om een opleiding in de mode te gaan volgen...
‘Ik zag mezelf niet als fulltime kunstenares en dacht dat ik van mode mijn werk zou kunnen maken. In deze opleiding kon ik wel al een stukje van mijn creativiteit kwijt, maar ik kon er niet echt mijn draai in vinden. Tijdens mijn studie ben ik wel altijd blijven tekenen en schilderen. Tot ik me ging afvragen waar ik nu echt gelukkig van word en besloot om een minor te gaan doen aan ArtEZ in Zwolle. Toen realiseerde ik me dat mijn toekomst in de kunst lag. Daar heb ik ook mijn eigen stijl ontwikkeld.’
Hoe zou je je eigen stijl omschrijven?
‘Dat vind ik heel lastig. Het is gewoon mijn stijl, mijn vormentaal, daar kan ik niet zomaar een naam op plakken. In het begin tekende ik veel portretten. Dan koos ik een mooie foto van een model en probeerde ik die zo precies en perfect mogelijk na te tekenen. Dat was heel frustrerend, want het was nooit zo perfect als ik voor ogen had. Om vrijer te kunnen worden in mijn werk moest ik dat loslaten en iets anders bedenken. Zo ben ik gaan experimenteren met kleuren, vormen en texturen en heb ik een vormentaal ontwik- keld die past bij wie ik ben. Ik ben van nature best wel chaotisch. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat mijn werk balans brengt in mijn leven.’
Wat bedoel je met chaotisch?
‘Ik werk bijvoorbeeld vaak aan meerdere doeken tegelijkertijd en heb nooit een plan. Als ik aan een
werk begin, zet ik harde muziek op en begin ik met de ondergrond. Daarvoor gebruik ik een grote kwast en – hoewel mijn kleurgebruik vrij sober is – soms zelfs best wel felle kleuren. Daarna komen er lagen overheen, tot er – laagje voor laagje – structuren, vormen en texturen ontstaan die tot leven komen. Eigenlijk ga ik dan pas echt nadenken over hoe het eruit moet komen te zien. Dat is wel een beetje chaotisch vind ik.’
Op veel van jouw werken is een soort ‘flapje’ te zien. Alsof er een stukje loshangt dat je wilt aanraken...
‘Dat klopt. Ik vind het leuk om iets speels aan te brengen in mijn werken. Iets waardoor je gaat denken: wat gebeurt hier? Bovendien gaat het niet alleen om kleuren en vormen, maar ook om texturen. In mijn werk zoek ik naar de balans tussen rust en spanning. Noem het rust in de chaos... (lacht).’
Waar haal je je inspiratie vandaan?
‘Heel veel uit de natuur. Als ik ergens aan het wandelen ben, maak ik vaak foto’s van vormen en texturen die later terugkomen in mijn werken. In maart was ik drie weken op reis met een camperbusje naar de zuidwestkust van Frankrijk. Ik heb daar veel op het strand gewandeld en waanzinnig veel foto’s gemaakt van patronen in het zand tijdens eb en vloed, maar ook van troep die aanspoelde of was achtergebleven. Dat kwam enorm binnen en daar wilde ik iets mee doen. Ik gebruikte al zand en papier om textuur aan te brengen in mijn werken, nu werk ik ook met karton en hergebruikte materialen. Ik verzamel van alles en dat krijgt dan – op het moment dat het goed voelt – een plekje in een werk. Mijn nieuwe serie Fluent is geïnspireerd door die reis naar Frankrijk. Als ik ernaar kijk, daalt er een gevoel van rust over me heen.’
Is dat het doel van jouw werken – dat kijkers er ook rustig van worden?
‘Zo heb ik daar niet over nagedacht toen ik begon met het ontwikkelen van mijn eigen stijl. Schilderen was iets voor mezelf. Nu mijn werk door een breder publiek wordt gezien en gekocht, hoor ik dat zij dat vaak ook zo ervaren. Dat is mooi. Het is niet de intentie, maar het is fijn als kijkers mijn gevoel herkennen. Ik moet er soms nog wel aan wennen dat mijn werk echt gewaardeerd wordt. Laatst was er een vrouw op bezoek in mijn studio die helemaal verliefd was op een werk. Ze kreeg echt een sparkle in haar ogen. Prachtig vind ik dat. Dat is een geweldig compliment en zorgt voor enorm veel nieuwe energie.’
Heb je nog toekomstdromen?
‘Ik ben heel trots dat mijn werk nu wordt gere- presenteerd door Rademakers Gallery. Zij hebben een platform – Only Female Artists – waar ze meer aandacht en kansen willen creëren voor vrouwelijke kunstenaars in een wereld die toch nog vaak wordt gedomineerd door mannen. Ik vind het een grote eer om daar onderdeel van te mogen zijn, het geeft een gevoel van erkenning. En voor de toekomst: ik zou heel graag een keer op Art Basel/Miami willen staan. Maar ik ben nog jong. Wie weet wat de toekomst brengt.’
Nu je van je kunst de huur kunt betalen, is het dan werk geworden of is het nog steeds een passie?
‘Gelukkig is dat niet veranderd. Als ik naar mijn atelier ga, heb ik niet het gevoel dat ik naar mijn werk ga. Ik ben volledig gefocust op het schilderen en kan alles loslaten als ik aan het werk ben. Natuurlijk kan ik stress hebben als iets af moet, bijvoorbeeld voor een tentoonstelling, maar dat is gezonde stress. Ik word hier gewoon heel erg gelukkig van.’ atelierjuliehaverkamp.com, rademakersgallery.com
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.