In de bijna tweehonderd jaar oude hoeve die Bernard De Clerck samen met zijn vrouw Isabelle bewoont, zorgt elke ruimte wel voor een verrassingselement. In de hele woning is een mix van Colombiaanse, Romeinse, primitieve en art nouveau kunst aanwezig. ‘Ik hou van dat eclectische waarbij moderne en antieke objecten hand in hand gaan’, zegt De Clerck. Heel wat stukken vond de architect tijdens zijn vele zoektochten langs markten in Midden-Frankrijk.
‘Dat is een hobby van mijn vrouw en mij, maar ook onze kinderen en vrienden gaan graag een weekend mee op speurtocht.’ De Clerck heeft een voorliefde voor mooie stenen. Vanuit alle landen die hij bezocht, ligt er ergens wel eentje. ‘Ik hou ook veel van scherven. De pot- en glasscherven die we tijdens de verbouwingswerken hier uit de grond haalden, lijst ik in of bewaar ik gewoon.’
Twaalf jaar geleden voelde het koppel de drang om weg te trekken uit het dorp waar ze woonden. Samen met hun drie kinderen woonden ze in een herenwoning met de uitstraling van een riant landhuis. ‘Hoewel we daar een grote tuin hadden, misten we openheid en een echt buitengevoel. Al rondrijdend botsten we op deze leegstaande en ietwat afgelegen hoeve in Lotenhulle, wat letterlijk ‘klein bosrijk gebied op den heuvel’ betekent. De eeuwenoude boerderij ligt bovendien op een glooiing, waardoor we een weids uitzicht hebben op het omliggende landschap. We waren meteen verkocht.’
De hoeve en bijbehorende schuren bleken vervallen, met lekkende daken en vermolmde roosteringen. Maar dat was geen breekpunt voor de architect. Integendeel. Het is zijn specialiteit om de ziel van oude woningen te vatten en ze in hun glorie te herstellen. De Clerck restaureerde de bijna tweehonderd jaar oude hoeve met zachte hand. ‘Ik wilde het gevoel creëren dat deze hoeve al die tijd onveranderd is gebleven. Dat het hier altijd zo is geweest.’ Hij hergebruikte zoveel mogelijk oude materialen en bewaarde de karaktervolle elementen. Luiken die hij op de hooizolder vond bijvoorbeeld doen vandaag dienst als kastdeuren. ‘Al het bestaande binnenschrijnwerk is in oorspronkelijke staat hersteld. Met glasscherven hebben we de verschillende lagen lak eraf gekrabd tot we op de originele verf stuitten. Allemaal grijstinten, de ene wat groener, de andere wat blauwer, maar allemaal met een prachtige patine. Die kleuren vormden de basis voor de rest van het kleurenpalet in de woning.’
Gepubliceerd in Residence No. 12, 2020 verkrijgbaar online. Fotografie: Hendrik Biegs | Tekst: Bo Bogaert