Het verbouwen van dit appartement in Mantova was als het openen van een geschiedenisboek. Onder elke laag pleister en verf kwam een nieuw tijdperk tevoorschijn.
Het was een mistige dag in Mantova in de Italiaanse regio Lombardije toen communicatie- en eventmanager Francesca en Luigi, wetgevend adviseur van de Italiaanse premier, dit appartement in het hart van de oude stad gingen bekijken. ‘Van alle huizen die we hadden uitgezocht, was dit eigenlijk het minst opmerkelijke’, herinnert Luigi zich. ‘We hadden het gekozen omdat we onder de indruk waren van de oude terracotta vloer in de ruimte die nu onze slaapkamer is.’
Francesca was echter onmiddellijk verliefd en had een gevoel van verwondering dat ze nu nog steeds moeilijk onder woorden kan brengen. ‘Het was een gevoel’, zegt ze. ‘Je kon het niet zien, want het pand was in slechte staat en alle muren, plafonds en deuren waren witgekalkt. Niemand zou hebben verwacht dat er zulke juwelen onder vandaan zouden komen.’
De originele kenmerken en fresco’s werden bijna per toeval ontdekt door een lokaal team van restaurateurs – Marica Negri, Isotta Lorenzini en Massimo Sidoli – dat vervolgens toezicht hield op de herstel- en renovatiewerkzaamheden. De eerste parels werden gevonden in de ruimte die nu de markante woonkamer is. Het waren kandelaars uit de tweede helft van de achttiende eeuw en een zeventiende-eeuwse fresco boven de open haard. Gaandeweg kwamen er meer decoraties uit verschillende tijdperken tevoorschijn.
De meeste dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw, maar er zijn ook negentiende-eeuwse patronen met een duidelijke Oostenrijkse invloed.
‘Het was een lange en moeizame restauratieperiode’, vertelt Francesca. ‘Door de eeuwen heen waren verschillende fresco’s over elkaar heen gelegd die met behulp van scalpels en kleine spatels moesten worden blootgelegd. Een van de meest opwindende momenten was het aan het licht brengen van de fresco’s op de keuken- en woonkamerdeuren. De bouwvakkers stonden op het punt om ze weg te gooien, omdat men dacht dat ze dateerden uit de jaren vijftig en waardeloos waren. Of toen het plafond van een van de badkamers gesloopt zou worden om plaats te maken voor nieuw leidingwerk. Daarbij kwam een zeventiende- eeuwse fresco met de mythe van Phaëton aan het licht.’
Al deze fresco’s vertellen de verhalen van de vorige bewoners, onder wie die van de familie Todeschini, die er tot halverwege de negentiende eeuw woonde, en de dominicaan Ermenegildo, die een inquisitietribunaal leidde voor de districten Mantova en Cremona. Lange tijd was het huis, dat werd gebouwd in 1646, onderdeel van het klooster van de orde van Ongeschoeide Karmelieten, waarvan de zusters inderdaad zonder schoenen door het leven gingen. Het huis is genoemd naar de wijk die bekendstond als Contrada San Domenico.