Overslaan en ga direct naar de inhoud

Restaurateur Inske Immink heeft een passie voor oud hout

Het antieke kastje van oma, een versleten kansel in een kerk en zelfs eeuwenoude grafkisten krijgen een nieuw leven onder de vaardige handen van restaurator Inske Immink.

Eigenlijk wilde Inske Immink, net als veel andere leden van haar familie, geneeskunde studeren. Maar na drie keer uitgeloot te zijn voor de studie ontdekte ze een nieuwe passie: het restaureren van antiek hout. 

Dat is iets heel anders dan geneeskunde...
‘Dat zou je zeggen, maar net als een menselijk lichaam heeft een meubelstuk ook een eigen anatomie. Ik vind het een heerlijk proces om de geschiedenis van objecten en de technieken waarmee ze zijn gemaakt te analyseren. Door ze te restaureren, genees ik ze als het ware. Na restauratie kunnen ze vaak weer tientallen jaren of langer mee.’

Toch is het niet een heel voor de hand liggende studie. Hoe ben je hiertoe gekomen?
‘Terwijl ik wachtte op toelating tot de studie geneeskunde dacht ik: ik ga tijdelijk iets heel anders doen. Zo ben ik kunstgeschiedenis gaan studeren. Via die studie werd ik gegrepen door de restauratie van kunstwerken. En dan niet het conserveren en restaureren van schilderijen, beeldhouwwerken of glas, maar met name hout omdat dat een materiaal is dat leeft en omdat er objecten van worden gemaakt die het dagelijks leven verrijken. Als je een meubelstuk restaureert, is het niet alleen weer mooi om naar te kijken, je kunt het ook weer opnieuw gaan gebruiken. Dat vind ik het fascinerende aan hout. Ik heb die voorliefde overigens van geen vreemde. Ik ben opgegroeid tussen kunst en antiek, mijn grootmoeder hield enorm van klussen en mijn vader, die eigenlijk dierenarts is, had een eigen atelier waar hij als hobby meubels restaureerde.’

Hoe ga je te werk als je iets gaat restaureren?
‘Ik begin met het analyseren van de geschiedenis van het object. Dat kan trouwens van alles zijn: een kastje, een mooie lijst, een kansel in een kerk en zelfs doodskisten die in een grafkelder of grafmonument staan en door slechte omgevingsfactoren zijn aangetast. Ik bekijk hoe oud het is, van welke materialen het is gemaakt en natuurlijk wat er kapot is. Soms gaat het alleen om de afwerking die in de loop der jaren verbleekt of beschadigd is, maar het kan ook gaan om een stoel die wiebelt, deurtjes van een kast die niet meer goed sluiten of gaten in een parketvloer. Aan de hand van die analyse maak ik een plan dat de opdrachtgevers kunnen goedkeuren. Daarna ga ik aan de slag. In kerken doe ik ook vaak preventief onderhoud, bijvoorbeeld van kerkbanken die intensief worden gebruikt. Door ze regelmatig te voorzien van een nieuwe was- of laklaag gaan ze langer mee.’

Wat zijn de belangrijkste eigenschappen die een restaurator moet hebben?
‘Kennis is onmisbaar bij restauratie, maar gevoel is minstens zo belangrijk. Als restaurator moet je je een beetje nederig opstellen. De objecten en monumenten waaraan je werkt zijn vaak al eeuwenoud. Ik ben een passant in de geschiedenis die eraan mag sleutelen. Dat moet je met respect doen, zoals voor een oude heer of dame. Je moet de leeftijd van het object en de eeuwenoude technieken herkennen en accepteren. Daarom werk ik altijd op basis van reversibiliteit. De aanpassingen die ik doe, moeten weer ongedaan kunnen worden gemaakt.’

Dat klinkt heel tegenstrijdig. Waarom zou je het werk dat je als restaurator hebt gedaan weer ongedaan willen maken?
‘Omdat je nooit weet wat het effect van je werk over tien jaar zal zijn. Er zijn voorbeelden uit het verleden waarbij meubels zijn gerestaureerd met moderne lijmen die nooit meer losgeweekt kunnen worden of zijn afgewerkt met een lak die op termijn – soms zelfs pas decennia later – heel anders blijkt te reageren en schade kan aanbrengen aan het object. Dat kun je nu nog niet voorspellen. Daarom werk ik meestal met materialen die in de tijd waarin het object werd gemaakt ook werden gebruikt. Beenderlijm bijvoorbeeld in plaats van moderne lijmen en authentieke pigmenten om te retoucheren. Daarmee respecteer je de geschiedenis van een object.’

Waar haal je die materialen vandaan? Je kunt niet zomaar naar een bouwmaterialenzaak gaan voor een stukje hout of een potje verf.
‘Ik ben een enorme verzamelaar. In mijn atelier heb ik onder meer een speciale houtopslag waar het hout is gesorteerd op soort, kleur, leeftijd en herkomst. Ik ben altijd op zoek naar ‘nieuwe’ materialen. Die vind ik soms ook gewoon bij het grofvuil. Als daar een meubelstuk staat dat is gemaakt van mooi oud hout neem ik het mee naar mijn atelier, ontleed ik het en kijk ik wat ik kan hergebruiken. Ik vind het belangrijk om een bijdrage te kunnen leveren aan de circulaire economie. De restauratie zelf is daar natuurlijk al een belangrijk onderdeel van, want gerestaureerde meubelen krijgen een nieuw leven, maar ook in mijn werk wil ik zoveel mogelijk hergebruiken en zo weinig mogelijk afval produceren. Aan het einde van de week heb ik in mijn atelier vaak maar één klein zakje afval.’

Is een meubelstuk na restauratie weer ‘als nieuw’?
‘Dat hangt van de wensen van de klant af, maar over het algemeen wil niemand dat een meubelstuk er na restauratie uitziet alsof het uit de showroom van een winkel komt. Antiek heeft vaak een grotere emotionele waarde dan een financiële waarde. Soms is de restauratie zelfs duurder dan de waarde van een stuk, maar is de emotie die erbij komt kijken onbetaalbaar. Dat is de belangrijkste reden waarom mensen meubels en zelfs complete interieurs laten restaureren. Dan mag het er na afloop nog steeds antiek uitzien.’ imminkrestauratie.nl

RESIDENCE NIEUWSBRIEF

Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.

INSPIRATIE

Over de auteur

Redactie

Back to top