Binnenkijken in een excentrieke loft in New York

Eigenzinnig, excentriek, sexy en zelfs een tikje buitenaards. Deze loft in New York is de creatieve speeltuin van Gabriel Hendifar en Jeremy Anderson, alias Apparatus. Maar het is ook hun thuis.

De wereld van Apparatus is verleidelijk in alle toonaarden. Dat geldt voor de lampen die het duo ontwerpt, de legendarische showroom in New York en voor de extravagante feesten die ze daar elk voorjaar – maar dit jaar niet – geven en waar zelfs de New Times recensies over schrijft. Het geldt ook zeker voor het appartement van Gabriel Hendifar en Jeremy Anderson, de oprichters van Apparatus. In tijden waarin veel interieurs getuigen van een zekere uniformiteit, is dit appartement in alle opzichten een excentriek, chique uitzondering.

Creatieve speeltuin

‘Veel van onze ontwerpen zijn het directe gevolg van objecten die we voor onszelf hebben bedacht’, zegt Gabriel Hendifar, de creatieve directeur van het bedrijf. ‘Deze loft mag dan wel dienen als ontwerpstudio en creatieve speeltuin, het is ook ons thuis. We stellen hoge eisen aan de dingen waarmee we ons dagelijks omringen en dat geldt ook voor ontwerpen die we de wereld insturen. Bovendien hebben we altijd een project nodig waar we onze tanden in kunnen zetten om onze creatieve krachten te stimuleren.’

Duizelingwekkende mix

De loft op de bovenste verdieping van een oud industrieel gebouw in het Flatiron District in New York, vertelt veel over het merk Apparatus en de passie van de oprichters. Het appartement is tegelijkertijd rauw en sophisticated en is ingericht met een duizelingwekkende mix van prototypes, handgemaakte modellen, eigenzinnig handwerk en interessante architectonische details. ‘We houden ervan om te spelen met het formele, ook al weigert deze ruimte zich daaraan te conformeren’, aldus Anderson. ‘Het is een loft, maar het moet er volgens ons niet zo uitzien.’

Melkmeisjes en koeien

Dat is de reden waarom de heren hebben gekozen voor een halfvrijstaande wand die vanaf de entree door de ruimte slingert en daar de eetkamer, keuken en slaapkamer vormt. De wand is bekleed met eikenhouten panelen en in de eetkamer met een Deens schilderij van Albert Emiel uit de jaren dertig: een vijf meter lang doek waarvoor Hendifar en Anderson zelf een ophangsysteem hebben bedacht. ‘Nu tuimelen er melkmeisjes en koeien tussen al het marmer en messing. Geweldig toch!’

Andere blikvangers in het appartement zijn de geperforeerde luiken voor de ramen, een semitransparante ode aan de aluminium panelen van Jean Prouvé, maar dankzij de messing ringen onmiskenbaar voorzien van de signatuur van Apparatus. ‘De oude drie meter hoge shutters hebben we meteen weggehaald toen we hier kwamen’, zegt Anderson. ‘Deze luiken zorgen voor ritme in het huis.’

Surrealistisch

De inrichting is een mix van eigen ontwerpen in de lampen en meubels gecombineerd met vintage, soms van edele afkomst, andere naamloos. In de woonkamer zorgen de met zwarte moiréstof beklede midcentury banken van Milo Baughman voor een dramatisch contrast met de warme houten luiken en het turkooizen kunstwerk van Robert Moreland aan de muur. Een andere blikvanger is de indrukwekkende kast van messing, hout en palinghuid op massief koperen poten die Hendifar zelf ontwierp. De vitrine wordt geflankeerd door twee barkastjes afkomstig uit een jachthut in Maine.

Surrealistische folkorekunst in mensvorm die een beetje doen denken aan de totempalen van indianen. Het geheel wordt nog surrealistischer door de salontafel – ook een ontwerp van Hendifar – waarvan het marmeren blad steunt op een nagemaakte voet met drie tenen.

Herinneringen

De muren in de slaapkamer zijn bekleed met weelderig roestbruin fluweel. Grote blikvanger hier is het koperen bed met een kussen van Perzisch lam tegen het goudkleurige hoofdeinde en een sprei van panterhuid op het voeteneind. Boven het bed hangt een klein schilderij van het oor van Anderson dat Hendifar voor diens veertigste verjaardag liet maken. ‘Precies het verkeerde element op de juiste plaats’, aldus Anderson.

Het tapijt uit de jaren veertig is afkomstig uit Los Angeles, de plaats waar Anderson en Hendifar woonden voordat ze in 2011 New York en de oostkust veroverden. Daar komen ook de art deco kastjes in de hal en de Aziatische wandtafel in de eetkamer vandaan. ‘Het zijn niet alleen prachtige ontwerpen’, aldus Anderson, ‘maar boven alles herinneringen aan ons leven samen en onze geschiedenis. Voor deze dingen vinden we altijd een plekje in ons interieur.’

De toekomst van Apparatus

Niet alleen het verleden van de bewoners is zichtbaar in dit interieur, het vertelt ook veel over de toekomst van Apparatus. Anderson experimenteert de laatste tijd veel met keramiek en de eerste creaties zijn overal in de loft neergezet. Zijn vazen hebben een bijna menselijke uitstraling, een eigenzinnige poëzie die past in de wereld van Apparatus. Hier zijn ze thuis.

Gepubliceerd in Residence No.6 verkrijgbaar online. Fotografie: Manolo Yllera / Photofoyer / Tekstbewerking: Sylvia Emonts